Bijna overal in Nederland is de natuur achteruit gegaan, behalve in het rivierengebied. Daar gingen maatregelen tegen hoogwater en natuurontwikkeling hand in hand.
Na de dreiging van overstromingen in 1995 zijn de dijken verzwaard. Daarbij was volop ruimte voor natuurontwikkeling want de klei die nodig was voor de dijkversterking werd uit de uiterwaarden gehaald. De plannen voor nevengeulen konden gelijk worden toegepast. De natuur langs de rivieren is goed hersteld, het is natuur die tegen een stootje kan. Riviernatuur heeft ook minder last van stikstof.
Toch gaat het niet goed met de moerasgebieden in de uiterwaarden. Die vallen te vaak droog doordat de bodem van de rivier steeds verder daalt. Ook stagneert de ontwikkeling van het onderwaterleven in de nevengeulen. Dat komt omdat het water in de meesten nevengeulen niet stroomt of slechts een paar dagen per jaar. Ook ontbreken verbindingen tussen verschillende natuurgebieden. Het Deltaprogramma maakt plannen voor hoogwaterbescherming waarbij natuurontwikkeling minder prioroteit heeft.
Ondanks de kanttekeningen is er genoeg positiefs te melden. Mensen zijn weer van de rivier gaan houden en genieten van de nieuwe natuur die bij hen om de hoek ligt.
Download PDF ►